Gebruik molens in Europa


Het eerste gebruik van de windmolen kwam in Europa door de Arabieren. De molens werden op een stevige paal gemonteerd om ze goed in de wind te kunnen plaatsen. Deze z.g. staakmolens kwamen voor in Frankrijk en Enge­land, maar vrijwel een identieke vorm ook in Syrië (12e eeuw). Mogelijk dat de kruisvaarders het gebruik naar Europa meebrachten. De oudste illustratie komt voor in Canterbury (± 1260).

Aan het begin van de 14e eeuw ontwikkelde zich in Frankrijk de „torenmolen". Stenen en overbrenging werden geplaatst in een torengebouw met een draaibare kap waaraan de wieken waren gemonteerd. Torens van steen en baksteen waren gewoonlijk rond van vorm; houten torens waren vaak acht­kantig en liepen naar boven enigszins taps toe.

De vroegste illustratie van een torenmolen is te vinden in een Frans psalmboek van ± 1420. Verschillende typen, gebaseerd op de torenmolen, zijn verspreid over verschillende landen rondom de Middellandse Zee. Zo vinden wij ze op Kreta, Rhodos, in Turkije, maar ook in Spanje en Portugal. Vaak werden ze op de top van een heuvel of op een hoogvlakte geplaatst.